Afstand van de Gröning-Bond

Tijd de balans op te maken over de schade

Trennung vom Gröning Bund

Bekrompen bureaucratie ziet de geldstraf van Bruno Gröning werkeloos aan

In oktober 1957 kwam het tot een woordenwisseling tussen Bruno Gröning en de leiding van de Gröning-Bond. Door bekrompen bureaucratie had de Bond Bruno Gröning zeer geschaad. Aanleiding voor de woordenwisseling was de uitspraak van het proces, tengevolge waarvan Bruno Gröning binnen korte tijd 2.000 DM had moeten betalen. Aangezien hij voor zijn werken geen geld aannam en daardoor ook niet over voldoende financiële middelen beschikte, had het bestuur van de Gröning-Bond al bij het begin van het proces besloten de daarmee verbonden kosten te dragen. Maar of de geldboete daarbij ingesloten was, was bij het bestuur omstreden. Men wilde via langdurige bureaucratische weg controleren, of de Bond überhaupt verplicht was de 2.000 DM te betalen. Pas daarna zou men zich bezig moeten houden met de vraag waar het geld vandaan moest komen. Zo was te voorzien, dat de nodige middelen Bruno Gröning - als het al gebeurde - veel te laat zouden hebben bereikt. De Bond zou passief hebben toegekeken hoe Bruno Gröning bij het niet voldoen van de vastgestelde boete daarvoor in de plaats naar de gevangenis had moeten gaan. Daardoor kwam het tot een openbare strijd en tenslotte tot een breuk.

Verkeerde vrienden

Bruno Gröning bracht in zijn 62 pagina's tellende Balans over de activiteit van de Bond alle punten ter sprake, waarin de Bond hem had geschaad. Samenvattend verklaarde hij: „Wanneer ik nu vandaag vergelijkingen trek tussen mijn vroegere omgeving (de profiteurs Meckelburg, Enderlin, Schmidt en Hülsmann) en mijn huidige omgeving (leden van het Bondsbestuur), dan kom ik tot hetzelfde eindresultaat: nu is in het eindresultaat hetzelfde gebeurd als toen. Nu is door hen, die mijn grootste, intiemste en beste vrienden willen zijn, niets anders geworden dan toen. Toentertijd hebben louche lieden mij bedrogen. Nu hebben vrienden het laten afweten, doordat zij rustig konden toekijken, dat ik door processen, door veroordeling, daardoor, dat ik geen hulp kreeg, daardoor, dat ik mijn gemeenschappen niet kon bezoeken zonder auto, daardoor, dat men niets tegen de pershetze ondernam, daardoor, dat men alleen verwarring stichtte, daardoor, dat men gewoon niet voor mij daar was, als ik mensen nodig had, die door hun schoolkennis en hun positie in het wereldse leven mij zouden hebben kunnen en moeten steunen, het niet daartoe kon komen, waarvoor ik nu eenmaal op deze aarde ben.

Geen van deze vrienden heeft zijn eigen ik ingezet om mij vrij te vechten, niemand had de moed werkelijk voor mij op te komen. Niets is gebeurd. Kleinzielig bureaucratisch heeft men beslissing na beslissing genomen. Niemand is werkelijk voor mij opgekomen, niemand heeft werkelijk alles eraan gedaan met zijn hele inzet, dat hij voor mij eindelijk al deze gevechten in de processen, tegen de pers, om een hulpkracht, om de wagen die stuk was, tegen smerigheid en laster van mij afnam enzovoort, enzovoort en voor mij opkwam, opdat ik dat kon doen, waarvoor ik er ben op deze aarde: De mensen de kracht des levens over te brengen en de mensen naar het geloof te leiden.

Dat ik daarvoor de rust nodig heb en niet steeds en altijd weer door wereldlijke, uiterlijke invloeden gehinderd mag worden, dat ik een werkelijke beschermmuur nodig heb om ongestoord dat te laten werken, wat mij is gegeven, daaraan heeft niemand gedacht, niemand van mijn vrienden, van hen die mijn vrienden willen zijn. En dat is het beschamende en voor mij het teleurstellende:

  • De profiteurs hebben hun profijt willen trekken, zij zijn als slechte mensen herkend.
  • Vrienden van de Gröning-Bond zijn te lauw, te onverschillig, te gemakzuchtig, ik wil niet zeggen kwaadwillig.

En het resultaat is hetzelfde: Ik ben niet vrij geworden. Veel vrienden van het bestuur van de Gröning-Bond hebben hun belofte niet gehouden. Men heeft mij door alle maatregelen alleen maar gekneveld.“

Mislukken van de vereniging

Weisser trad af en de Gröning-Bond, waaraan het nooit gelukt was ingeschreven te worden in het verenigingsregister, werd na korte tijd opgeheven. Daarvoor in de plaats kwam de Vereniging tot bevordering van de psychisch geestelijke en natuurlijke levensgrondslag. Deze werd in 1958 opgericht en de voorzitters waren Erich Pelz voor Duitsland en Alexander Loy voor Oostenrijk. Maar ook deze laatste, tijdens Bruno Grönings leven opgerichte vereniging zou niet dat opbrengen wat hij vurig ervan hoopte. In de statuten kwam niet eens zijn naam voor.

Dokumentarfilm

Documentaire:
"Het fenomeen
Bruno Gröning"

Data filmvoorstellingen in vele steden wereldwijd

Grete Häusler-Verlag

Grete Häusler uitgeverij: Een grote keus uit boeken, tijdschriften, CD’s, DVD’s en kalenders

fwd

Wetenschappers aan het woord: Interessante aspecten van de leer van Bruno Gröning