De Gröning-Bond

Hoop op vrij werken via de vereniging

Bruno Gröning haelt eine Gemeinschaftsstunde ab

Om ondanks het geneesverbod toch zoveel mogelijk mensen te kunnen bereiken, had Bruno Gröning in het begin van de vijftiger jaren al gemeenschappen in het leven geroepen. Daar hield hij alleen toespraken en richtte zijn gehele streven erop de hulpzoekenden zijn weten door te geven.

Wettelijke bescherming en gerenommeerd bestuur

Op 22 november 1953 liet hij als overkoepelend orgaan in Murnau/Seehausen de Gröning-Bond oprichten. De Bond zou in het verenigingsregister worden ingeschreven en Bruno Gröning de wettelijke bescherming van zijn werken bieden. Zo moest verder conflict met de Heilpraktikerwet definitief voorkomen worden.

Tot het bestuur van de Gröning-Bond  behoorden onder andere: graaf Zeppelin, graaf Matuschka, Anny barones Ebner von Eschenbach, architect Ing. Hermann Riedinger en directeur Konstantin Weisser, aanvankelijk ook Rudolf Bachmann als medeoprichter, van wie zich de Bond al gauw losmaakte. President voor het leven werd Bruno Gröning.

Winstbejag van de secretaris zegeviert ten koste van het welzijn van de zieken

Secretaris van de Bond werd de uit Heidelberg afkomstige journalist en lector Egon Arthur Schmidt. Hij stond in Herford al dicht aan de kant van de „wondergenezer“ en had de vereniging Kring van vrienden van Bruno Gröning opgericht. Deze fungeerde echter niet naar de zin van Bruno Gröning en werd al na korte tijd opgeheven. Bruno Gröning nam toen afstand van Schmidt, omdat hij donaties had achtergehouden.

In 1952 richtte Schmidt zich opnieuw tot Gröning en verklaarde dat hij zijn fouten inzag. Hij vroeg bij de opbouw van het werk te mogen helpen, en Bruno Gröning nam hem weer als medewerker aan. Zo had Schmidt dus opnieuw de gelegenheid te tonen, of hem werkelijk het welzijn van de zieken of alleen zijn eigen financieel voordeel aan het hart lag.

In 1955 nam Bruno Gröning definitief afstand van Schmidt, aangezien deze zijn instelling niet had veranderd. Hij probeerde nog steeds van de capaciteiten van Gröning te profiteren. Na de scheiding tracht Schmidt enkele processen tegen Gröning aanhangig te maken. Hij wilde achteraf geld voor zijn vrijwillige medewerking bevechten.

Wie is er voor wie - de Bond voor het werken van Gröning of het werken van Gröning voor de Bond?

De zakelijke leiding van de Bond namen Konstantin Weisser en Hermann Riedinger op zich. Dit leek enerzijds veelbelovend, daar zij ervaring hadden en hun kennis en ontwikkeling het werken van Bruno Gröning ten goede konden komen. Maar het hield anderzijds ook het gevaar in, dat zij aanmatigend tegen de wil van de eenvoudige arbeider zouden handelen, omdat hij niet met hun ontwikkelingsniveau overeenkwam.

Mettertijd ging de ontwikkeling inderdaad deze kant op, en het werd voor beide mannen steeds moeilijker zich door Bruno Gröning iets te laten gezeggen. Zij leken helemaal te vergeten, dat de Bond niet alleen de naam van Bruno Gröning droeg, maar ook om zijnentwil bestond. Voor hen werd de Gröning-Bond steeds meer tot een doel op zich. Zijn eigenlijke doelstelling, de noodlijdenden te helpen, verloren zij helemaal uit het oog. Het leek alsof ze niet wilden weten dat het Gröning was, door wie de genezingen werden bewerkstelligd en niet door de Bond.

Zo ontwikkelde de Gröning-Bond steeds meer tot het tegendeel van dat, wat hij eigenlijk moest zijn. Voor de man, wiens naam hij droeg, werd de Bond tot een gevangenis, die hem, in plaats van vrij te maken, steeds meer beperkte.

Dokumentarfilm

Documentaire:
"Het fenomeen
Bruno Gröning"

Data filmvoorstellingen in vele steden wereldwijd

Grete Häusler-Verlag

Grete Häusler uitgeverij: Een grote keus uit boeken, tijdschriften, CD’s, DVD’s en kalenders

fwd

Wetenschappers aan het woord: Interessante aspecten van de leer van Bruno Gröning